Onder psychosomatische ziekten worden als lichamelijk beleefde aandoeningen verstaan, waarvoor geen lichamelijke oorzaak te vinden is. Vandaar dat dit soort klachten samen met de auto-immuunziekten (ook) zijn opgenomen in de categorie “fysieke klachten.” Daarnaast kies ik ervoor ze apart te rubriceren. Als een lichamelijke klacht geen aanwijsbare lichamelijke oorzaak heeft, dan is men al snel geneigd te zeggen ‘dat het tussen de oren zit’ ofwel ‘het is psychisch.’

In het dagelijks taalgebruik staat de term psychosomatiek vaak voor alles wat valt onder aanstellerij, wat vervelende consequenties kan hebben. Voor hoe anderen je bejegenen, maar soms ook in praktische zin bv. met ziektekostenverzekeraars die alleen rekening wensen te houden met duidelijk omschreven ziektebeelden die voldoen aan diagnostische criteria.
Patiënten met klachten als chronische vermoeidheid of pijn, oorsuizen, fibromyalgie, blijvende gevolgen van whiplash, duizeligheid of darmkrampen kunnen hier over meepraten. Psychosomatiek dus als verzamelbak voor onduidelijke ziektebeelden.

Positiever gezien kun je ook stellen dat geest (psyche) en lichaam (soma) dusdanig innig met elkaar verbonden zijn dat bij een ziekte altijd psychische en somatische factoren beide een rol spelen. Geen enkele professional spreekt nog (zoals vroeger vanuit het medisch model) over ziekten alsof ze strikt behoren tot de ene of de andere categorie. Tegenwoordig wordt meer uitgegaan van een biopsychosociaal model, waarbij meer gewerkt wordt vanuit een holistische mensbenadering. Dit laatste houdt in dat bij een klachtenpresentatie wordt ingespeeld op zowel somatische, psychische, sociale als spirituele facetten. Dit vanuit het besef dat bij ziek-zijn niet alleen biologische, maar ook psychologische en sociologische factoren meespelen.

Ik begon dit stukje met te stellen dat onder psychosomatiek die ziektebeelden vallen, waarbij van oorsprong psychische reacties zich uiten via je lichaam. Dat dit laatste normaal al het geval is merk je bv.aan een versnelde hartslag, beven of trillen en transpireren bij angst. Met psychosomatiek wordt bedoeld dat zo ‘n psychisch fenomeen zich blijvend vertaalt naar en vastzet op lichaamsniveau. Van het feit dat wordt aangenomen dat psychische factoren belangrijk zijn bij het op gang komen en het versnellen of vertragen van een genezingsproces wordt gebruik gemaakt bij therapie en emotionele begeleiding van zieken.

De meeste als psychosomatisch beschouwde aandoeningen worden beïnvloed door de emotionele gesteldheid van de patiënt. Voorbeelden daarvan zijn huiduitslag, al of niet met jeuk; een doof gevoel in armen en/of benen, of prikkeling en tintelingen; hoge bloeddruk; tot hormonale problemen aanleiding gevende aandoeningen van endocriene klieren zoals bij diabetes en schildklierproblemen; rug-, nek- en gewrichtspijn; migraine en/of hoofdpijn; menstruatie- en overgangsklachten, moeilijkheden met de spraak als stotteren, slissen, lispelen, of te hard of te zacht praten, of zelfs het helemaal niet kunnen spreken (afonie).

Ook verlammingsverschijnselen of spierkrachtverlies in armen en/of benen, die zich meer of minder sterk voordoen al naar gelang de gemoedstoestand van de patiënt hebben door dit laatste veel in zich van een typisch psychosomatische aandoening.
Juist dat emotionele aspect kan een aangrijpingspunt zijn voor therapie en de weg openen naar herstel of op z’n minst verbetering.

Naar gelang welke emotie overheersend is in het totaal (angstig, depressief, verward, boos., verdrietig, euforisch etc.) kan daarop gefocust worden om inzicht te krijgen hoe zo ‘n emotionele uitwerking kenbaar wordt aan, op of in het lichaam en wat daarvan de functie is. Die betekenisverlening heft de klacht vaak al op. Met gebruikmaking van ontdekkende hypnotherapeutische technieken kan soms ook nog een duidelijk te markeren beginpunt worden gevonden (wat door het vage verloop niet meer duidelijk aanwijsbaar was). In dat geval kan EMDR wonderen doen, eventueel aangevuld met EFT.