Je lichaam kan zich bij dreigend gevaar uiterst snel aan de situatie aanpassen door hormonen af te scheiden die het in uiterste staat van paraatheid brengen. Het reageert op stress alsof het altijd om iets lichamelijks gaat, nl. door hormonen te produceren voor extra kracht en energie. Daarbij wordt de totale fysiologie van je lichaam zo veranderd, dat je in een mum van tijd een topprestatie kan leveren. Deze biochemische reactie op stress past niet meer in deze tijd, want van lijfelijk vluchten of een gevecht aangaan is nog maar zelden sprake.
Het door ons gesignaleerde gevaar heeft een ander gezicht gekregen, het gaat nu om dingen als je op subtiele wijze diplomatiek moeten opstellen in allerlei situaties bijv. op kantoor en tijdens vergaderingen. Je bent op je hoede en je lichaam reageert daarop. Dat geldt voor alles wat spanning oproept, conflicten thuis of op je werk, niet meer op te brengen hypotheeklasten, je ergeren aan lawaai van buren of kinderen terwijl je probeert je te concentreren op je werk of juist even rust wilt. In feite zijn dat “onnatuurlijke” situaties, waarop je lichaam niet gebouwd is. Het reageert op de enige manier, die het kent, nl zich gereed maken voor strijd in de vorm van lichamelijke actie. Het gevolg is dat er (continu) een hoge productie van stresshormonen is die onnodig veel energie vrijmaken, immers je lichaam hoeft geen strijd aan te gaan.
Die gemobiliseerde energie kan niet ‘normaal’ gebruikt worden (er valt niets te vechten) en wordt dan naar binnen gericht om daar weer te worden afgebroken. En dat steeds weer opnieuw, loos alarm. Deze toestand is in wezen uitputtend, d.w.z. dat je lichaam in zo ‘n toestand meer energie verbruikt dan het kan opnemen. Je lichaam vraagt om regeneratie nadat het gevaar geweken is. Maar het kenmerkende van genoemde situaties is nu juist dat ze langdurig een zekere mate van een vlucht-vechtreactie in stand houden (wat je ervaart als een gevoel van spanning) zonder dat voldoende herstel plaats vindt. Dit vormt de verklaring voor die bijna niet te verwoorden mentale en lichamelijke uitputting, die je met een burn-out kan ervaren.
Aan burn-out, meestal gezien als specifiek werkgerelateerd, gaat altijd een periode van uitputting en roofbouw vooraf. Ook extreem moeilijke privésituaties kunnen door langdurige overbelasting van je zenuwstelsel leiden tot stress c.q. burn-out.
Burn-out dus als gevolg van de kloof tussen onze oude biologische programmering en de eisen die onze geavanceerd technologische omgeving ons stelt. De ‘oude’ puur lichamelijke reacties zijn te vaak niet meer adequaat om de belasting van het huidige bestaan aan te kunnen.
Maar met dit inzicht heb je met wat oefening ook de mogelijkheid anders te reageren op de eigentijdse vormen van stress, waardoor die automatisch optredende oorspronkelijke (vaat)reacties uitblijven. Dat geeft minder kans op hart- en vaatproblematiek als hartinfarcten en beroerten.