Dwanggedachten zijn gedachten of voorstellingen, die steeds terugkeren en waarvan je het gevoel hebt dat ze zich aan je opdringen, terwijl je weet dat ze nergens op slaan. Als je gedrag vertoont waarbij handelingen op een zinloze manier steeds maar weer herhaald worden (alsmaar dingen controleren of opruimen, of het steeds maar weer handen wassen bij smetvrees) ben je waarschijnlijk behept met dwanghandelingen. Op psychisch gebied kan een dwang’handeling’ de vorm aannemen van het je heel strikt houden aan door jezelf opgestelde regels, het voor jezelf zachtjes herhalen van woorden, of moeten tellen (van bv. tegels of andere dingen).

Dwang heeft als doel angst te verminderen of (alsof het een magische handeling betreft) te voorkomen dat een angst veroorzakende situatie of gebeurtenis zich zal voordoen. Het geeft schijnzekerheid doordat het hoe dan ook structuur biedt, zij het dan een zeer beperkende. Wanneer je niet aan de dwang toegeeft ontstaat een erg ongemakkelijk gevoel en vaak zelfs paniek, terwijl je toch geen logisch verband kan leggen tussen het voorkómen van onheil en het dwanggedrag. Wel besef je dat het gedrag op zich ondoelmatig is.

Dwang is een mechanisme om iets angstwekkends af te weren wat paradoxaal genoeg al heeft plaats gevonden in je persoonlijk verleden. Dat is ook de reden waarom je het verband niet kunt zien tussen je dwangmatig gedrag en wat je er mee wilt bereiken of voorkomen. Deze vorm van afweer voldoet met dwingende gedachten en handelingen alsof ze van levensbelang zijn precies aan wat in PRI termen genoemd wordt valse hoop. Onder de dwang schuilt een enorme angst: ‘als ik dit doe kan ik voorkomen dat het heel erg misgaat’ of juist ‘als ik dit niet doe gaat het fout’. Zo gezien vallen piekeren en het alsmaar rondmalen van gedachten in je hoofd hier ook onder. Je kunt maar niet ophouden met proberen je probleem op te lossen volgens het stramien ‘Als ik nou zo doe…., dan zal etc…..’. Het is verdringing van oude pijn waar je je als kind niet tegen kon verweren. Het kan je leven behoorlijk vergallen.

Met een dwangstoornis (meestal ook nog gekoppeld aan perfectionisme) investeer je zeer veel tijd in je rituelen met vermoeidheid tot zelfs uitputting als gevolg. Er is nauwelijks of geen ruimte meer voor vrije tijd, relaties of hobby ‘s. Als je daarbij ook nog ‘s je directe omgeving (partner, kinderen, familie of vrienden) in je dwang(systeem) betrekt, door steeds vragen te stellen of te eisen dat de ander ook bepaalde handelingen verricht, kan dit leiden tot relatieproblemen, waardoor je in een isolement terecht komt. Een bijkomend probleem kan zijn, dat je geen hulp zoekt, enerzijds door schaamte, anderzijds omdat je bang bent er iets aan te doen, omdat verandering in je dwang aanbrengen heel veel angst oproept.

Met een dwangneurose wantrouw je je eigen zintuigen. Steeds weer moet je controleren of de kraan niet meer loopt, of je het gasstel wel echt hebt uitgedraaid, of je de deur wel echt op slot gedaan hebt, en vaak vraag je ook nog iemand dat te bevestigen door het hardop te zeggen. Er zijn vele varianten denkbaar. Daarbij komt nog het lijden wat wordt veroorzaakt door mensen uit je omgeving, die je gedrag vaak irritant en onbegrijpelijk vinden en dat niet onder stoelen of banken steken. Proberen met verstandelijke argumenten je ervan te overtuigen hoe verkeerd je bezig bent heeft geen enkele zin. Zo ‘n manier van benaderen drukt je nog meer in een isolement.

De oplossing bestaat eruit te leren herkennen dat het gaat om nog steeds actieve afweer tegen pijn uit het verleden, tegen iets wat al gepasseerd is. Je gedrag heeft geen actuele waarde meer. Vanuit dat inzicht kun je leren de dwanghandelingen niet meer uit te voeren en de angst en de spanning die dat oplevert te verdragen. Vervolgens kan die angst worden aangepakt met een gebruikelijke angstreductie-methode. Ook EMDR kan hier succesvol worden toegepast.

Dwanggedachten kunnen worden uitgedaagd met tegenargumenten en worden uitgedoofd of veranderd in “normaal” denken. Zo verdwijnen de dwanggedachten en hoeven de dwanghandelingen niet meer te worden uitgevoerd. Gecombineerd met een lichte vorm van trance is het effect nog sterker, omdat dan het dwingende bewustzijn gepasseerd wordt. Omdat dwangproblematiek zich onttrekt aan het bewuste (niet) willen en het zelf niet weten waar het vandaan komt, m.a.w. omdat de diepere oorzaak te vinden is in het onderbewuste is het sowieso een goed idee gebruik te maken van een vorm van Hypnopsychotherapie.