Wordt ook wel Rogeriaanse psychotherapie genoemd, het ontstond in de jaren veertig als reactie op de psychoanalytische en directieve praktijk in de Verenigde Staten. Deze nondirectieve psychotherapievorm is inzichtgevend in die zin dat je leert ervaren wat je eigen unieke gedachten en gevoelens zijn, dat je helder krijgt wat je precies wilt en wat je belemmert in het leven. Je beperkingen kunnen accepteren en leren beter gebruik te maken van je sterke kanten stelt je in staat beter met moeilijke situaties om te gaan.
Binnen de cliëntgerichte psychotherapie tekenen zich twee onderscheiden focussen af: het experiëntiële focus met de nadruk op psychische processen (experience = beleving) en de interactionele focus met meer accent op wat zich afspeelt tussen therapeut en cliënt. Dat leidt onder andere tot min of meer zelfstandige oriëntaties binnen de Rogeriaanse psychotherapie.
Rogeriaanse therapie, cliëntgerichte psychotherapie, experiëntiële therapie, procesgerichte gesprekstherapie, gestructureerde gesprekstherapie en gesprekstherapie zonder meer, hebben met elkaar gemeen dat ze hun wortels hebben in de ideeën van Carl Rogers, die samen met Abraham Maslow de grondlegger was van de humanistische benadering van psychologie.
Deze ideeën van Carl Rogers gaan onder andere over ‘de mens en de eigen mogelijkheden’, ‘hoe zich ten opzichte van zichzelf en anderen te verhouden’ en over ‘de gewenste structuur van een therapeutische relatie’. Hij vond de subjectieve wereld (dus hoe je iets ervaart) belangrijker dan de objectieve werkelijkheid.